Het Titeldilemma
Wat heb je nodig om een Nederlandse film een succes te laten zijn in de bioscopen? Een simpele vraag die er toch in slaagt honderden mensen in het Nederlands bioscoopbedrijf aan het werk te houden.
Vroeger was het makkelijk. Je nam een boek, bij voorkeur van Jan Wolkers, gevuld met sex, huurde een paar topacteurs in en de zalen stroomden vol. Maar uitzonderingen als Komt Een Vrouw Bij De Dokter daargelaten, is de tijd dat je in een Nederlandse film de eerste blote borsten binnen vijf minuten langs zag komen, wel voorbij.
Maar hoe krijg je dan de zalen vol? Want niet iedere film heeft een controversiële poster waar actiegroepen tegen in het geweer komen, zodat je je als maker kunt wentelen in gratis publiciteit.
Nee, om de meeste films onder de aandacht te brengen moet hard gewerkt worden door de PR-afdeling. Je moet zorgen dat de BN'ers op de rode loper voor de camera's van Boulevard en Shownieuws lovende woorden spreken over de film die ze net gezien hebben,terwijl je ze uit de buurt van diezelfde camera's moet zien te houden als ze de film helemaal niets vonden.
Ook de hoofdrolspelers en misschien de regisseur (maar opmerkelijk genoeg nooit de scenarioschrijver, tenzij het Kim van Kooten is) zullen zich uiterst professioneel moeten melden op de set van De Wereld Draait Door waar ze zich vriendelijk lachend door Matthijs van Nieuwkerk moeten laten onderbreken, zodat ze nog nèt voordat de band weer gaat spelen de titel van de film de ether in mogen slingeren.
Want dáár gaat het uiteindelijk om. Die titel. Die zal iedere keer terugkomen als er over de film gepraat, geschreven, geblogd of getwitterd gaat worden. Dus je kunt er maar beter voor zorgen dat die titel een beetje goed is.
Maar wat ìs dan een goede titel? Eigenlijk is het heel eenvoudig: Een goede titel zegt 'Wat het is.'
Als je hem hoort moet je meteen een beeld voor je zien. Een idee hebben waar de film over gaat. Daarom zijn boekverfilmingen zo populair bij filmmakers èn bij het publiek. Want bijna iedereen ziet meteen een beeld voor zich als hij Oorlogswinter of Kruimeltje hoort. En dat helpt. Enorm.
Maar als je nu niet de luxe hebt van een bekend boek, zul je als makers toch echt zèlf voor een titel moeten zorgen die meteen zegt 'wat het is'. Vooral Amerikaanse films zijn hier goed in. Want als je Back to the Future hoort voel je meteen de bui al hangen, net als bij The Hangover, of The 40-year old virgin. Maar hoe doe je dat in Nederland?
Vroeger hadden vrijwel alle films die in Nederland vertoond werden Nederlandse titels.
De Gendarme ziet ze vliegen, Vier Vuisten op Safari, De Eend en de Cadillac, Pikant Gevrij in de Alpenwei of – mijn persoonlijke favoriet- Die Knotsgekke Kerels in hun Vliegende Kratten.
Tegenwoordig doen we dat niet meer, uitzonderingen als Haar Naam was Sarah daargelaten. En dat is maar goed ook, want wie zou er naar films gaan met titels als Spinneman, Ijzeren Man¸De Donkere Ridder, Niet Dood Te Krijgen of hoe je in 's hemelsnaam Inception zou moeten vertalen?
Wat je in ieder geval niet moet doen is een Nederlandse film een Engelse titel geven. De cijfers ondersteunen het: In de top 30 van best bezochte Nederlandse films staan maar twee films met Engelse titels: The Discovery of Heaven en Bride Flight.
De beste titel voor een Nederlandse film is een Nederlandse titel. Dus: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Want als je als Nederlandse filmmaker je film een Engelse titel geeft, dan leunt de bioscoopbezoeker achterover met zijn armen over elkaar en denkt: 'Dus jij wil duur doen? Nou, laat maar eens zien wat je kunt.'
Ik snap het wel, het is heel verleidelijk om je film een stoere titel te geven als Kicks, First Mission, Snowfever, The Delivery of Bollywood Hero, maar als je volle zalen wilt kies dan voor èchte Nederlandse titels als Shouf Shouf Habibi of New Kids Turbo.