De Grens
'Wat zeg je tegen een held?' Een heel eenvoudige vraag als je net uit een snelstromende ijskoude rivier bent gevist. Dan zeg je met een handdoek om je heen geslagen: 'B-b-b-b-be-dankt.' Maar wat als de held in kwestie Douglas Trumbull is, het genie achter de visual effects van kleine arthouseprojecten als
2001, Close Encounters of the Third Kind en
Blade Runner?
Voor die vraag stond ik ineens gesteld toen ik dit jaar tijdens de IBC in Amsterdam de kans kreeg om met hem uit eten te gaan. Wat te gek! Wat geweldig! Wat vreselijk! Want wat moet je tegen iemand zeggen, die met Stanley Kubrick, Steven Spielberg en Ridley Scott heeft gewerkt? De beste suggestie kreeg ik van editor Job ter Burg die 'Wow!' voorstelde.
Maar toen het eenmaal zover was kwam ik niet verder dan hem een hand geven en me voorstellen. Daarna heb ik als een tiener op z'n eerste middelbare schoolfeestje een uur naar de beste man zitten staren op zoek naar een openingszin.
Wat ik zag was bijzonder inspirerend. Hier zat een man van tweeënzeventig, die als geen ander het recht zou hebben om zich tot het einde van zijn dagen te laten bewieroken door fans van zijn imposante prestaties, maar die in plaats daarvan na meer dan veertig jaar in het vak zijn lat nog steeds hoger legt.
Daarom was hij ook in Amsterdam: voor de presentatie van UFOTOG, de korte film die hij maakte om zijn visie op de 'theatrical experience' van de toekomst te laten zien. Hij praatte over hogere resoluties, doekgroottes, framerates en lichtopbrengst en de grenzen waar hij telkens tegenaan liep. En dat bleek ook wel: tijdens het diner zat hij aan de telefoon om de ene na de andere technische 'glitch' op te lossen voor de vertoning van de volgende dag.
Toen het tijd werd om afscheid te nemen, gaf ik hem een hand en zei: 'Thank you for pushing the limits.' Hij glimlachte en antwoordde: 'That's the only way to know where they are.' En op dat moment was het me duidelijk: Het gaat er niet om wat je tegen een held zegt, maar dat je goed luistert naar wat hij tegen jou zegt.