Alles is vakantie
Ik heb het al vaker gezegd: niemand kan voorspellen of een film een hit wordt in de bioscoop. Maar er zijn wel omstandigheden bekend die desastreus zijn voor de bezoekersaantallen: veel zon, terrasjesweer, een EK of een WK waarbij Nederland verder komt dan de 1e poulewedstrijden.
Daarom zijn de herfst en vooral de winter ideaal voor de bioscoop. Geen grote sportevenementen. Het wordt lekker vroeg donker en daar hoort voor de Nederlander ook een bezoekje aan de bioscoop bij. Dat is al heel lang het geval. Onze ouders namen mij en mijn zus nooit mee naar de bioscoop, behalve in de kerstvakantie. Ik weet niet of het waar is - zo betrouwbaar is het geheugen van een 7-jarige niet - maar in mijn beleving heb ik ooit in één kerstvakantie
E.T., Als Je Begrijpt Wat Ik Bedoel en
101 Dalmatiners gezien in de Heerlense H5-theaters. En sinds
Kruimeltje, Pietje Bell en
Abeltje zijn ook Nederlandse kerstfilms onderdeel van de bioscooptraditie.
Maar wat is er traditioneler in Nederland dan Sinterklaas? Dat bedacht ik me ook toen ik in 2001 besloot om scenarioschrijver te worden. Ik had mijn marktonderzoek gedaan. (Naamsbekendheid Sinterklaas: 100%. 500.000 kijkers naar het Sinterklaasjournaal, 30.000 kinderen in één weekend die in een uitverkocht Ahoy naar Sinterklaas wilden zwaaien) Ik wist zeker dat dat een hit ging worden.
Ik schreef een prachtig scenario over een meisje dat Zwarte Piet wilde worden, vol liedjes en spannende avonturen dat ik vervolgens aan de straatstenen niet kwijt kon, want - zo wisten de experts - een Sinterklaasfilm die kan geen succes worden. Ik kreeg het er niet door bij het Filmfonds, ik kon geen producent vinden. Niemand
excusez le mot gelóófde erin.
Gelukkig was Burny Bos een stuk volhardender dan ik en kreeg hij de prachtige film
Het Paard van Sinterklaas wél gemaakt. 350.000 bezoekers bewezen het ongelijk van de experts. Goed nieuws voor de film. En...goed nieuws voor mij, dacht ik. Ik trok mijn script uit de kast, maakt hetzelfde rondje en kreeg nu te horen. 'Ja, maar nu Het Paard net geweest is, gaan mensen niet meteen weer naar een Sinterklaasfilm.' Alsof we genoeg hebben aan één actiefilm, romantische komedie of wat voor film dan ook per jaar. Maar goed...ik was weer terug bij af.
Twee jaar later bewees
Waar Is Het Paard Van Sinterklaas dat mensen best méér Sinterklaasfilms wilden zien. Dus ik trok wéér mijn script uit de kast, maakte wéér mijn rondje. En kreeg wéér te horen dat de koek nu wel op zou zijn. De markt voor Sinterklaasfilms was nu wel ècht verzadigd. Maar Martijn van Nellenstijn met zijn populaire Sinterklaafilms en Johan Nijenhuis met
Bennie Stout bewezen dat dat echt wel meeviel.
Toch lijkt de rek er inmiddels uit te zijn. Dit jaar stonden er oorspronklijk drie Sintfilms gepland, maar Van Nellenstijn heeft Joris en Boris naar de zomer getrokken. Dokter Brein gaat dit jaar stilletjes aan het huis van de Goedheiligman voorbij.
Niet iedereen is zo verstandig. Dat het najaar een goed moment is om speelfilms uit te brengen voor een groot publiek is niemand ontgaan. Maar waar de overheid om Zwarte Zaterdagtaferelen op de Nederlandse snelwegen ooit heeft besloten tot de vakantiespreiding, voor de release van Nederlandse films is hiervan geen sprake.
Als een scene in
Braveheart of
Lord of the Rings staat een heel leger aan Nederlandse speelfilms klaar om de bioscopen te bestormen. Vanaf september wordt
De Verbouwing al op verkenning gestuurd, maar vanaf begin de herfstvakantie gaat alles los.
Op dit moment staan er tussen september en december zo'n vijftien speelfilms op het releaseschema. Vijftien. De hele jaarproductie van een paar jaar geleden. En net als bij de bestorming van
Helm´s Deep of de landing bij Normandiè in
Saving Private Ryan moeten er slachtoffers gaan vallen. Dat kan niet anders. In zulk rumoer delft er altijd iemand het onderspit.
Voor elke
Nova Zembla is er ook een
Isabella of
Bende van Oss. En met zulke aansprekende titels in het vooruitzicht als
Nono,
het Zigzagkind,
Koning van Katoren,
Alles is Familie en
De Groeten van Mike is het te hopen dat dit jaar iedereen één of twee keer extra naar de bioscoop gaat. Maar ja...wanneer dan hè?
Op het moment dat ik deze column schrijf is de Ramadan net begonnen. Wat betekent dat er -zoals ieder jaar - over een paar weken weer stemmen op zullen gaan om het Suikerfeest tot een officiële feestdag te maken. Wat betekent dat er - zoals ieder jaar - weer oneindig gediscussieerd gaat worden of dat wel een goed idee is. Voor de bioscoopeigenaren niet. Daar is het Suikerfeest te kort voor, maar de kerstvakantie oprekken tot een week of zes, daar krijg je de handen misschien wel voor op elkaar.
Eén ding is in ieder geval zeker: het Nederlands publiek houdt niet van horror van eigen bodem. Misschien dat distributeurs en exploitanten dat volgend jaar in het achterhoofd moeten houden voordat ze besluiten om van de wintermaanden een slachtveld te maken.