Sander de Regt - scenarioschrijver
Sander de Regt - scenarioschrijver voor film en televisie

Herrie

Waar denkt u aan als ik dit beeld schets? Een koffiebeker in een bekerhouder. Een diep gedreun in de verte. Kringen die ontstaan in de koffie. De beroemde T-rex scène uit Jurassic Park? Hmm...bijna.

Het was De Nieuwe Wildernis. De koffiebeker was van mij. En de dreun...die kwam uit de zaal naast me. Inplaats van het getrappel van paardevoetjes over het weidse landschap van de Oostvaarders Plassen, hoorde ik vooral de doffe dreunen van White House Down. Wat was er aan de hand? Waren de muren van de net gerenoveerde bioscoop te dun, stond mijn film te zacht? Of...ik durf het alleen maar fluisterend te vragen: stond de andere film te hard?

Tuurlijk is het te gek dat moderne 132.12 surroundsystemen je stoelen zo laten trillen dat ze er op De Wallen jaloers op zouden zijn, maar is het ook ècht nodig?

Zeker in die moderne nieuwe bioscoopcomplexen met veel zalen, klinkt het lage basgedreun je al tegemoet als je je popcorn nog staat te kopen bij de ingang. Ik pleit er echt niet voor dat alle films voortaan met gedempt zaallicht in een soort snoezelstand vertoond worden, maar waarom kan een harde film niet gewoon wat zachter gezet worden? Want de andere optie: de zachte film maar wat harder zetten om boven het gebas van de hardere film uit te komen is ook niet optimaal. Dan kom je op een gegeven moment in de idiote situatie die nu al bij sommige popconcerten te zien is: zowel de band als het publiek doet oordopjes in vanwege de allesoverheersende herrie.

Bevriende mixers hoor ik wel eens klagen dat het geluid in Nederlandse bioscopen vaak zachter staat dan de magische Dolby standje 7 en dat er daarom wel eens extra hard gemixt wordt ter compensatie. Zou het daar door komen? Ik weet het niet.

Alles kan best meetbaar in orde zijn, maar als het geluid pijn doet aan je oren dan staat het te gewoon te hard. Ik wil geen roepende zijn in de woestijn, maar luisteren naar de klant hoort op één te staan in een dienstverlenende branch.

Daarom lijkt het me goed als een bioscoopexploitant soms gewoon een keertje zelf in zijn zaal plaatsneemt en luistert. Of is dat advies soms aan dovemansoren gericht?