Sander de Regt - scenarioschrijver
Sander de Regt - scenarioschrijver voor film en televisie


De oudjes doen het nog best


Zesentachtig. Eénentachtig. Achtenzeventig. Drieënzeventig. Eénenzeventig. Negenenzestig. Vijfenzestig. Vierenzestig.

Rustig maar, u hoeft uw blaadje er niet bij te pakken. Dit is niet de uitslag van de staatsloterij, de lotto of zelfs maar de bejaardenhuisbingo.

Dit zijn anno 2016 de leeftijden van Clint Eastwood, Woody Allen, Paul Verhoeven, Martin Scorsese, George Miller, Steven Spielberg, Dick Maas en Alex van Warmerdam.

Acht regisseurs die héél dicht bij de pensioengerechtigde leeftijd zijn of die zelfs al bereikt hebben. Regisseurs met een staat van dienst, waarmee ze best op hun lauweren zouden mogen gaan rusten. Maar daar nog lang niet aan toe zijn.

Films als

Mad Max, Elle

en

The BFG

zijn films van regisseurs die 'on top of their game' zijn. En hoe kan het ook anders? Film na film werken ze gestaag door aan een compleet oeuvre.

In de Amerikaanse situatie is dat logisch: als je film geld opbrengt, maak je een nieuwe. Het kapitalistische systeem is misschien hard, maar wel duidelijk. In Nederland werkt het anders.

Omdat winstgevendheid van een Nederlandse film bijna een mythe is, worden de meeste filmmakers hier niet beloond (of afgestraft) op basis van de bezoekersaantallen van hun films.

Iedereen is hier altijd op zoek naar 'de nieuwe generatie' van filmmakers. Dat klinkt nobel, maar waar is de continuïteit?

Als ik naar mezelf kijk - ik ben afgestudeerd als regisseur in 1997 - zijn er in die afgelopen negentien jaar meer dan honderd (!) fictieregisseurs bijgekomen, alleen al van de Nederlandse Filmacademie. Die maken op dit moment echt niet allemaal een nieuwe speelfilm per jaar.

In Nederland zijn bijna alle subsidietrajecten gericht op het vinden van talenten, zodat filmmakers hun eerste of tweede film kunnen maken. Waar blijven al die 'jonge makers' daarna?

Negen van de tien keer wordt hun plek het jaar daarop ingenomen door weer een nieuwe lichting aanstormende talenten.

Zo zijn er maar weinig makers die zo goed kunnen worden in hun vak dat ze die natuurlijke filmische kracht, die films van Spielberg, Miller of Verhoeven ademen, ook maar kunnen benaderen.

En dat is zo jammer, want de aard van het leven is dat het eindig is, dus laten we onze talenten niet vinden en wegwerpen, maar koesteren. Want we hebben straks nieuwe bejaarden nodig, die de jonkies laten zien hoe het moet.